We kennen allemaal het gezegde: “kleren maken de vrouw/man”.
De kleding van de mensen in de Middeleeuwen vertelde niet alleen iets over hun rijkdom en macht, maar soms ook iets over hun bezigheden.
De bevolking kun je onderverdelen in :
1e Geestelijkheid : pastoors, nonnen en monniken.
Een monnik droeg een habijt, een sober lang kledingstuk, waaraan je kon zien, dat hij in een klooster woonde.
2e Adelstand : edellieden, zoals ridders en koningen.
Voor de kleding van deze mensen werden de mooiste stoffen gebruikt zoals fluweel , brokaat en zijde met versieringen van edelstenen, goud en zilverdraad.
3e Notabelen van de stad en kooplieden : rijke burgerij.
Zij waren gekleed in mooie stoffen met prachtige kleuren.
4e Het gewone volk : boeren en ambachtslieden.
Zij droegen sobere eenvoudige kleding.
Boeren sponnen en weefden hun eigen kleding.
Een smid had een leren schort aan, voor de vuurspetters.
De kleding van de kinderen was in de Middeleeuwen hetzelfde als die van hun ouders.
De stoffen, die gebruikt werden, waren van wol (lakenstof) en linnen. Fijne geweven wollen lakenstof, satijn en bewerkte stoffen voor de rijken, grove stoffen voor de armere burgerij en boeren.
Na het spinnen en weven van de stoffen werden de stoffen gekleurd. De verf haalde men uit de natuur. Zo gebruikte men planten en insecten om verschillende kleuren te krijgen.
De plant Meekrap geeft een rood-bruine kleur, Wouw een gele kleur en Weede een blauwe kleur.
Insecten: Kermes (schildluis) geeft een karmozijn-rode kleur.
De kleding op de Jeugdmonumentendag wordt verzorgd door de Stichting Historische Kostuums.
Deze stichting bestaat uit ongeveer 18 vrijwilligsters. Het streven is en blijft om een zo historisch getrouw mogelijk beeld te scheppen op de Jeugdmonumentendag, zodat de kinderen de Middeleeuwen die dag in doen en laten kunnen beleven.